
zorgspeciaal
gastcolumn
21
Moederhuisje
“Komt het uit? Ik hoop dat jij mij begrijpt. Vandaar
dat ik je bel.”
Terwijl ik net thuiskom, mijn jas nog aan heb en de
wasmachine hoor piepen, zeg ik zo kalm mogelijk:
“Tuurlijk komt het uit Isabel. Wat kan ik voor je
doen?”
“Ik ken je nog van vroeger, via de Stomavereniging.
We hebben elkaar al zo’n vijf jaar niet gesproken
maar ik denk dat jij snapt hoe het voelt. Ik weet nog
dat jij acht jaar geleden door het verdriet van
kinderloosheid heen ging. Iedereen om je heen
raakte zwanger. Vriendinnen werden moeder maar
jij niet. Ik zit nu ook in die fase en loop helemaal
klem. Weet niet meer waar ik het zoeken moet
van verdriet.”
Een flashback brengt me terug in die tijd. De
schreeuwende druk op mijn hart. De misselijkmakende,
donkere holte in mijn buik. Rillingen
over mijn rug. Ik ben er weer. Daar, in die leegte.
“Wat naar voor je, Isabel. Giert de pijn van het
gemis door je lijf? Zaait de leegte angst voor het
toekomstplaatje dat je altijd in gedachten had?”
“Precies dat! Je benoemt wat ik voel.”
We delen onze ervaringen. Ze leeft wat op. De
herkenbaarheid biedt haar troost. Iemand die haar
zinnen met weinig woorden af kan maken. Die het
lege moederhart ook heeft doorstaan. “Ik noemde
het ‘ongewenst maar bewust kinderloos’, Isabel,
want ik kón misschien best zwanger raken maar de
medische omstandigheden waren te belabberd.
Operaties, een buik die constant haperde, een
stoma en fikse complicaties in het bekken. Er waren
te veel risico’s. Ik durfde niet. De artsen raadden
het af dus ik bleef kinderloos. Een moeilijke maar
bewuste keuze.”
Ze beaamt. Ze huilt. Deelt haar angst en leegte.
Maar zucht ook opgelucht wanneer ik haar vertel
dat het kan slijten.
De liefde van mijn zussen, die hun moedergeluk
onbaatzuchtig met mij deelden, versnelden mijn
rouwproces. Van al hun kinderen heb ik de navelstrengeltjes
doorgeknipt, de kraamtijd meebeleefd
en jaren wekelijks opgepast. Sinds vier jaar zorg ik
mee voor de kinderen van mijn vriend. Het bleek
allemaal de juiste pleister op die gapende rauwe
wond. De leegte is er niet meer. Het is goed zo.
Maar door mijn gesprek met Isabel was ik daar
vandaag weer even. Bij mijn vroegere en haar
huidige leegte. Mijn hart gaat uit naar haar pijn.
Naar het schreeuwende moederhuisje in haar buik.
Zoals Isabel, zijn er in stilte zovelen.
Carlijn Willemstijn
Carlijn heeft sinds
haar twintigste
een stoma. Ze
was jarenlang
voorzitter van
StomaJONG.
Columnist Carlijn Willemstijn wil het taboe rondom stoma's doorbreken