
zorgspeciaal
in gesprek met
12
Werken op een
covidafdeling
In het voorjaar van 2020 was het Ziekenhuis Bernhoven in Uden zo’n beetje het
centrum van de coronabrandhaard in Brabant. Ook op de shortstay-afdeling
zorgde dat voor heftige taferelen, vertellen regieverpleegkundige Ingrid
Raaijmakers (48) en teammanager Yvonne van Rooij (46).
De startsets van Hoogland Medical die
op de afdeling liggen, hadden ze in het
voorjaar van 2020 even niet nodig. Hun
shortstay-afdeling werd in maart covid-
afdeling, vertelt teammanager Yvonne
van Rooij. “Normaal gesproken vinden hier
alleen geplande, minder zware ingrepen
plaats. Zoals een nieuwe knie of een prostaatoperatie.
Daarna liggen patiënten hier
gemiddeld één of twee nachten.” Maar
vorig jaar maart werd de reguliere zorg
afgeschaald en vonden er alleen nog heel
acute operaties plaats.
Regieverpleegkundige Ingrid Raaijmakers,
die de dagelijkse gang van zaken op de
afdeling aanstuurt: “We hielden ineens
personeelsleden over binnen het hele
ziekenhuis. Zij werden uitgeleend aan
andere afdelingen, want alle medewerkers
werden verdeeld over covid-afdelingen.
Dat je niet meer met je vaste collega’s
werkte, was erg wennen. Hoewel het
ook heel duidelijk was dat we maar één
ziektebeeld behandelden.”
Onvoorspelbaar
Vanuit het ziekenhuis kwam psychische
ondersteuning, vertelt Ingrid. “Toch
vloeiden er veel tranen onder de verpleegkundigen.
Bij ons lagen er ineens doodzieke
mensen op de afdeling. Dat waren we helemaal
niet gewend. Normaal gesproken
hebben we hier één overledene in de vijf
jaar. Daarbij waren er ineens totaal andere
zorgvragen. Heel heftig. Het moeilijke
tijdens corona was: je had niks aan je
klinische blik. Deze ziekte bleek zo
onvoorspelbaar. Coronapatiënten kwamen
niet altijd doodziek over terwijl ze dat wel
waren.” Ingrid hielp mee de zogeheten
cohortafdeling op te starten. Dit is de
afdeling waarop patiënten die besmet zijn
met COVID-19 bij elkaar worden gelegd.
“Het aansturen van die afdeling was een
pittige taak. Je werkte met collega’s die je
niet kent en elke afdeling heeft natuurlijk
zijn eigen regels. Het was continu brandjes
blussen. Ik probeerde nuchter te blijven.”
Brandjes blussen
Yvonne kreeg in maart zelf corona. “Ik
dacht: dat overkomt mij niet maar ik ben
nog nooit zo ziek geweest. Het was moeilijk
om het team achter te laten. Vanuit
mijn bed bemoeide ik me nog met van
alles. Na drie weken thuis wilde ik meteen
weer aan de bak. Mijn smaak is nog steeds
niet optimaal, andere restverschijnselen
negeer ik gewoon.”
Tijdens de tweede golf waren ze nog niet
helemaal hersteld van de eerste golf. Na
de zomervakantie voelde iedereen zich
nog moe. “Daarna moesten we keihard
werken om de wachtlijst weg te werken”,
zegt Yvonne. Ingrid: “Veel patiënten staan
daar nog steeds op omdat ze uit angst
voor corona niet naar het ziekenhuis
durven. Ze zouden bijvoorbeeld een
nieuwe heup krijgen en zeggen dat ze het
nog wel even volhouden. Het omgekeerde
komt ook voor: mensen die per se
geopereerd willen worden en binnenkomen
met koorts of andere mogelijke
coronaklachten. Heel vervelend, want we
verwachten dat je daar eerlijk over bent.”
Lief en leed
Yvonne: “De eerste golf overkwam ons.
We hebben er veel van geleerd. Tijdens
de tweede golf waren we beter voorbereid.
De opschalingsplannen lagen klaar
en er waren duidelijke richtlijnen en protocollen.
De teams bleven meer bij elkaar
en de reguliere zorg hoefde niet helemaal
afgeschaald te worden.”
Hoe heftig het ook was, ze zijn blij en
trots dat ze erbij zijn geweest. “Er was
saamhorigheid, het deed iets voor ons
teamgevoel”, zegt Ingrid “We hielden
collega’s uit de wind als dat nodig was.
Als je wilde huilen kon dat, maar we lachten
vaak ook. Omdat we een fijn team
hebben dat lief en leed deelt, zijn we er
goed doorheen gekomen.”
“Ik ben nog nooit
zo ziek geweest”
- Yvonne van Rooij